Beleidsprokkel VWS: ‘Van de voetbalclub moest ik in het G-team, nu speel ik in het eerste’

Acht mensen met een beperking gingen tijdens een beleidsprokkel digitaal in gesprek met medewerkers van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Dit deden ze in het kader van de jaarlijkse Prokkelweek waarin ontmoetingen tussen mensen met en zonder een beperking centraal staan. De acht deelnemers spraken met medewerkers van VWS over hoe het is om te sporten met een beperking en wat er komt kijken bij een ziekenhuisbezoek.

Header Prokkelweek

De organisatie van deze ontmoeting werd dit jaar in samenwerking gedaan met Arthur Frohn, ervaringsdeskundige van Amerpoort. Twee uur lang spraken de gespreksdeelnemers met VWS’ers Tessa van der Leij, Frank Norbruis (directie Maatschappelijke Ondersteuning), Suzanne Bierkens (directie Patiënt en Zorgordening), Pieter ten Broeke (directie Langdurige Zorg) en Sietske de Weers (directie Sport). De meningen waren divers, maar alle deelnemers vonden: mensen met een beperking moeten zelf keuzes kunnen maken over wat voor hen het beste werkt. Daarvoor moeten ze de juiste informatie op een eenvoudige manier krijgen.

Buurtactiviteiten

Het gesprek ging onder meer over het thema buurtactiviteiten. ‘Doe je wel eens mee aan activiteiten in je eigen buurt?’ werd er gevraagd. Sommige gespreksdeelnemers willen dat wel, maar ervaren dat dat lastig is als je in een rolstoel zit. Daarbij willen ze niet altijd een beroep doen op familie. Ook de begeleiding speelt een belangrijke rol. Vooral als het gaat om de informatievoorziening. Worden mensen die in een zorginstelling wonen bijvoorbeeld zelf geïnformeerd over de buurtactiviteiten, of gaat dat via de begeleiding? De meeste deelnemers ontvangen de informatie liever zelf. ‘En’, zo werd geconstateerd, ‘is het eigenlijk niet gek dat veel zorginstellingen wel een intranet hebben voor medewerkers, maar niet voor cliënten?’

Zelf naar het ziekenhuis

‘Kun je helemaal zelf naar het ziekenhuis als dat nodig is?’ Over die vraag was iedereen het eens: zowel de mensen met als zonder beperking gaan liever niet alleen naar het ziekenhuis als er iets ernstigs is. Sowieso is het voor mensen mét een beperking moeilijker om alleen naar het ziekenhuis te gaan. Dat begint al thuis: brieven van het ziekenhuis zijn soms te ingewikkeld om te begrijpen. En eenmaal in het ziekenhuis is het vaak lastig om de weg te vinden. Daarnaast hebben mensen die in een rolstoel zitten soms een tillift nodig. Bij een ongeplande afspraak is zo’n tillift niet altijd aanwezig.

Het belangrijkst in het ziekenhuis is dat je goed moet kunnen begrijpen wat er met je aan de hand is, vond iedereen. Dat wordt niet altijd duidelijk uitgelegd aan mensen met een beperking. En als de arts of verpleegkundige eenmaal doorheeft dat iemand een beperking heeft, wordt diegene soms als een kind behandeld, is de ervaring. Terwijl mensen met een beperking de meeste informatie prima kunnen begrijpen, als artsen het maar rustig en duidelijk uitleggen. Mooie voorbeelden kwamen voorbij van hoe dit wel goed kan gaan. Zo heeft eén van de gespreksdeelnemers samen met zijn specialist een filmpje opgenomen om uit te leggen hoe ziekenhuismedewerkers kunnen omgaan met mensen met een beperking. Een andere deelnemer gaf aan dat het kan helpen om met pictogrammen te werken.

Sporten met een beperking: niet altijd in het G-team

Ook sport was een thema dat tijdens het gesprek aan bod kwam. Een beperking hoeft bijvoorbeeld niets te zeggen over hoe goed iemand is in sport. Mensen met een beperking moeten soms verplicht in het G-team spelen: een voetbalteam bestaande uit mensen met een lichamelijk en/of verstandelijke handicap. Ook al spelen sommige van hen de sterren van de hemel. Het overkwam een van de deelnemers: ‘Van de voetbalclub moest ik in het G-team, nu speel ik in het eerste.’

En wat als iemand een beperking heeft waarmee meedoen aan reguliere sportwedstrijden te zwaar is, maar meedoen aan sportwedstrijden voor mensen met een beperking te makkelijk? ‘Ik viel tussen wal en schip,’ aldus een van de deelnemers.

Voldoende aandacht voor gehandicaptensport op tv is een ander aspect van sport dat iedereen aan tafel belangrijk vond. ‘Waarom kan ik de Special Olympics alleen op de regionale omroep volgen?’, werd er bijvoorbeeld gevraagd. En: ‘Kan er rond het EK voetbal een keer een gesprek gevoerd worden in de studio met iemand met een beperking?’

Als er toch één activiteit is die veel mensen met en zonder beperking samen kunnen doen, is het wandelen. Toch is de avondvierdaagse voor sommige mensen met een beperking niet mogelijk, omdat de kortste ronde van vijf kilometer net te lang is. ‘Daarom zou de vierdaagse ook een kortere ronde moeten hebben’, vond één van de deelnemers. ‘Mensen met en zonder een beperking die samen activiteiten ondernemen, wordt niet altijd als normaal gezien. En dat is jammer,’ vertelde een gespreksdeelnemer. ‘Als ik met een vriendin zonder beperking loop, denkt iedereen dat zij de begeleider is.’

Al met al kijken de aanwezigen terug op een boeiend gesprek. En de VWS’ers, die gaan aan de slag met de vele concrete punten die de deelnemers aandroegen.