Parc Spelderholt

*Muziek speelt*

Beeldtekst: Perspectief op ontwikkeling.
Jongeren met verstandelijke beperkingen kunnen zich na hun 18e jaar nog verder ontwikkelen.
Dat is van belang voor henzelf, hun gezin en de maatschappij.

Verschillende studenten:
Ik wil later werken bij een supermarkt of in de horeca. Met vrienden van mij zou ik later op een plek willen wonen. Ik wil later greenkeeper worden. Dat is het groen onderhoud van de golfbaan om centjes te verdienen. Ik zou graag voor andere mensen willen zorgen, dus in een bejaardentehuis bijvoorbeeld de koffie en thee uit te schenken.

Verschillende begeleiders:
Iets meer naar die kant.
Het glas eronder en in één keer naar je toe trekken.

Selle van der Woude – Onderzoeker:
We hebben onderzocht of jongeren met verstandelijke beperkingen zich ook na hun achttiende, op het moment dat ze het speciaal onderwijs verlaten, zich nog verder kunnen ontwikkelen. En de belangrijkste conclusies zijn dat deze jongeren ook na hun achttiende zich echt nog kunnen ontwikkelen. Dus ze kunnen nog een stuk zelfstandiger worden. Dat hebben we hier gezien.

Izka – Student:
Ik ben hier op Spelderholt, omdat ik vind dat mensen zoals wij heel erg verdienen om de kans te krijgen om zich verder te ontwikkelen, want ik denk dat dat ons bijna belangrijker is, omdat we er zoveel meer in zit dan dat mensen denken.

Selle van der Woude – Onderzoeker:
Ook deze jongeren willen net als hun broers en zussen de mogelijkheid hebben om verder te leren. Dat stelt hen in staat om meer mee te doen op allerlei leefgebieden en uiteindelijk betekent dat ook meer kwaliteit van leven. Het normale vervolg en dat is vaak een MBO is voor veel van deze jongelui een brug te ver of in ieder geval niet passend.

Begeleider:
Heeft iedereen er eentje?
Nou, Jade, wat staat er op je kaart?

Annete Fritschy – directeur Parc Spelderholt:
Parc Spelderholt biedt een een ontwikkelingsconcept. Een integraal traject waar wonen, werken, leren, bij elkaar zijn gebracht. Ze hebben hier ongeveer een dag in de week lessen, dus dat is vakgericht. Ze kunnen hier de leergang horeca volgen, om dat ze ook in een hotel in een kasteel staan, dus een leeromgeving hebben gecreëerd. Ze kunnen in het onderhoud werken, we hebben een prachtig park en daarnaast de dienstverlening, dus dat is meer ondersteunende diensten naar gasten. En dan vier dagen in de week lopen ze hier stage.

*Muziek speelt*

Isabelle – Student:
Ja, wat ik in het kasteel doe is: vaak achter de schermen zijn de mensen aan het vergaderen en dan zorg ik dat de koffie en thee op het buffet komt te staan.

Britt – Student:
Ik leer bij horeca bedienen, gasten helpen. Ik vind het leuk om het vak waar ik voor gekozen heb, heel goed uit te voeren en de gasten te helpen. Gasten blij maken, daar word ik heel blij van.

Izka – Student:
Wat ik heel erg leuk vind is de rondleidingen en de grote dingen. Dat je echt weer voor andere mensen bezig bent en dat vind ik wel heel gaaf. Toch kunnen zeggen, hé, wij hebben geholpen met een bruiloft of we hebben het hotel schoon gemaakt voor gasten. Dat geeft zo'n lekkere opkikker of zo'n goed gevoel dat ook jij voor andere iets kan doen.

*Muziek speelt*

Selle van der Woude – Onderzoeker:
Behalve dat ze hier op Parc Spelderholt werken en leren, wonen ze hier ook op een campus. En dat is van enorm belang. Allereerst zien we dat bij een deel van de ouders dat zij uit liefde en zorg toch de neiging hebben om een deel over te nemen van hun kind. Daarom is het belangrijk dat deze jongeren onder de vleugels van hun ouders vandaan komen, geconfronteerd worden met begeleiders die anders naar ze kijken en ook meer van ze verwachten.

Peter – Ouder:
Woonbegeleiders kunnen hem heel erg direct benaderen en daar moet hij echt op reageren. Hij zou dan nog wel eens in z'n schulp kunnen kruipen, maar hij wordt wel getriggered hier. Dus die ontwikkeling, die gaat natuurlijk vele malen beter dan wanneer hij de hele dag thuis zou zijn. Ook zijn spraak gaat daarop vooruit.

Britt – Student:
Ze laten je vallen en opstaan. Je gaat op en neer en ze helpen je omhoog. Zo leer je ook van je fouten. Het is niet: Je hebt het fout gedaan, kom maar niet meer. Je leert opnieuw en je kunt met kleine stapjes vooruit.

Selle van der Woude – Onderzoeker:
Het is belangrijk dat ze in andere sociale contexten komen, waarin ze ook meer uitgedaagd worden. En dat is natuurlijk spannend. Maar op het moment dat het lukt, krijgen deze jongeren daar echt een boost van.

Annete Fritschy – directeur Parc Spelderholt:
Het belangrijkste is de persoonlijke ontwikkeling. Wie ben je, welke talenten heb je? De sociale interactie en de ontwikkeling op dat punt.

Izka – Student:
Ik heb hier nu al, in die twee jaar, al meer geleerd dan dat ik ooit had durven hopen eigenlijk. Het accepteren dat ik bepaalde dingen niet kan en dat je goed bent zoals jij bent en dat je niet je beperking bent. Die heb jij erbij gekregen en jij bent jij en de beperking die je hebt die is daar los van.

*Muziek speelt*

Annete Fritschy – directeur Parc Spelderholt:
En daarnaast hebben ze dat ze dus vaardigheden leren in het wonen.

Isabelle – Student:
Ik heb geleerd hoe ik mijn was moet doen, hoe ik mijn kamer op moet ruimen en ik heb ook de badkamer leren schoonmaken.

Maurits – Student:
Ik vind het belangrijk dat ik het zelf kan, zodat ik geen hulp nodig heb.

Annete Fritschy – directeur Parc Spelderholt:
Ze hebben een eigen studentenkamer.

Yasmine – Student:
Ik woon in het het woonhuis met 15 mensen. We overleggen wie de was doet. Die doet dat en die doet die.

Kai -Student:
Wat ik hier leer is eigenlijk voor jezelf te zorgen. Het is belangrijk omdat voor later, als we hier weg zijn, dan ga je naar een ander woonhuis toe en dan wil je wel alles zelf kunnen doen. Het is belangrijk dat je je kamer schoon houdt, dat je netjes bent gekleed om op het werk aan te komen en dat je op tijd komt.

Yasmine – Student:
Ik kan beter uit mezelf die taak doen en dan hoeven mijn ouders het niet te doen. Dan kunnen ze gewoon tv kijken en dan ga ik gewoon alles doen.

*Muziek speelt*

Ilse – Ouder:
Wat ik ook zo belangrijk en heel goed van dit traject vind, is dat de doelen die in het werken worden gesteld, ook in het wonen worden gesteld. Mooi voorbeeld is dat in de opleiding wordt iets geleerd, bijvoorbeeld het vragen van hulp bij een bepaalde activiteit, Daar heeft Tom best wel moeite mee. Maar als hij dan 's avonds in het woonhuis is en hij moet z'n was doen, moet hij ook hulp vragen. Dus eigenlijk 24 uur per dag wordt ie bijgestuurd op zijn te behalen doelen.

Selle van der Woude – Onderzoeker:
Die groei en zelfstandigheid die we hier zien, is niet alleen waardevol voor de jongeren, die blijkt ook waardevol voor ouders, broers en zussen.

Ilse – Ouder:
In de eerste plaats brengt ons als ouders dat we heel trots zijn. Want we zien hoe hij vooruit gaat en hoe hij een heleboel dingen zelf kan doen.

Peter – Ouder:
Dat het een veilig gevoel is als ik steeds meer een stap terug kan doen. Ooit ben ik er niet meer en moet Fabian eigenlijk zelf doorgaan en dan moet ie wel alle knowhow hebben om in de maatschappij z'n plaatsje te kunnen kunnen verwerven. Zodat hij zelf zelfstandig kan wonen. Misschien kan hij zelfstandig reizen met openbaar vervoer, hij kan zelfstandig taken uitvoeren bij z'n werkomgeving.

*Muziek speelt*

Selle van der Woude – Onderzoeker:
We zien dat veel van de oud studenten nu tevreden tot heel tevreden zijn met het eigen leven. We zien ook dat een aantal van hen zich nog verder ontwikkeld heeft, nog zelfstandiger geworden is. Tegelijkertijd zien we ook een aantal studenten terugvallen. In het onderzoek hebben we gezien dat dat heel veel te maken heeft met hoe ze benaderd worden. Bij een deel van deze studenten zien we dat er echt sprake is van ondervraging. Om een voorbeeld te geven: één van de oud studenten heeft hier op Parc Spelderholt geleerd om zelf de was te doen en daar was hij enorm trots op. In zijn nieuwe woongroep mag hij dat niet meer en waarom niet? Omdat hij in een groep woont met een aantal andere bewoners die een wat lager niveau hebben. En de begeleiders durf het niet aan, omdat ze bang zijn dat die jongeren het dan ook willen. Wat dus heel belangrijk is, is dat we ook in het vervolg op deze opleiding de mogelijkheden blijven zien van deze jongeren. Ze stimuleren om zich te blijven ontwikkelen en van alles van ze verwachten.

*Muziek speelt*

Annete Fritschy – directeur Parc Spelderholt:
Het is essentieel dat deze jongeren de kans krijgen om te laten zien wat ze kunnen, hun talenten kunnen ontwikkelen, dat we serieus nemen, dat we naar luisteren en dat zijn recht hebben om een zinvol leven te leiden.

Selle van der Woude – Onderzoeker:
We hebben allemaal recht, als we ons kunnen ontwikkelen, om een opleiding te volgen. Deze jongeren zijn dus op hun achttiende echt nog niet uitontwikkeld en ze verdienen een maatschappij die daar oog voor heeft en alles uit hen halen.

Maurits – Student:
Ik ben blij dat ik hier vier jaar mag zijn, want dan kan ik nog meer leren.

Britt – Student:
Ik ben het meest trots op dat ik hier gewoon student ben en mijn vak kan uitvoeren, dat ik zelf kan wonen en hoe ver ik nu ben.

Yasmine – Student:
Mijn ouders vinden dat ik volwassen ben geworden.

Kai – Student:
Ik ben blij dat mijn ouders de Academie Spelderholt hebben gevonden voor mij.

Isabelle – Student:
Ik gun het iedereen om verder te leren en om verder te ontwikkelen.

*Muziek speelt en fadet uit*

Logo ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verschijnt in beeld.

Beeldtekst: Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Parc Spelderholt en tot stand gekomen met subsidie van het ministerie van VWS.
Met dank aan:
Annete Fritschy, Selle van der Woude, Britt, Isabelle, Izka, Kai, Maurits, Yasmine, Ilse en Peter.