Minister: Volwaardig Leven geeft zorg positieve impuls

Het programma Volwaardig Leven van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft de afgelopen drie jaar de beweging naar een toekomstbestendige gehandicaptenzorg in Nederland een succesvolle impuls gegeven. Die goede resultaten moeten nu de komende jaren worden geborgd, opgeschaald en verspreid. Dat schrijft Conny Helder, minister van Langdurige Zorg, aan de Tweede Kamer in een begeleidende brief bij de eindrapportage van het programma. Dat liep van eind 2018 tot eind 2021, maar een aantal onderdelen gaat ook dit jaar nog verder.

foto van twee mensen die bellenblazen
Beeld: ©Ministerie van VWS

Het programma is gedurende de looptijd gemonitord door onderzoekbureau Panteia. De rapportage over die monitor is zo opgesteld dat zij ook kan fungeren als eindrapportage voor Volwaardig Leven. Er wordt een goed beeld in gegeven van de stand van zaken in de projecten, de verschillende actielijnen en daarmee ook het overkoepelende programma.

De onderzoekers geven aan dat met Volwaardig Leven bij honderden mensen met een beperking en hun naasten is gewerkt aan de kwaliteit van bestaan. Bovendien vinden de inzichten en lessen hun weg naar een bredere doelgroep via gerichte en algemene kennisverspreiding. Het programma kan daarom als een succesvolle impuls aan de beweging naar een toekomstbestendige gehandicapten­zorg worden gezien, aldus de monitor.

Meeste doelstellingen behaald

De eindrapportage constateert dat de meeste doelstellingen zijn behaald. Zorgaanbieders begonnen vernieuwingstrajecten om de zorg persoonsgerichter te maken en beter te laten aansluiten op de ‘vraag achter de vraag’ van iemand met een beperking. Er zijn opleidingstrajecten opgezet, en met professionals is in kaart gebracht waar de grootste knelpunten op de arbeidsmarkt zitten.  Ambulante teams en maatwerk helpen mensen met een zeer ingewikkelde zorgvraag voor wie het reguliere systeem niet voldoet. En voor het eerst is gewerkt aan de zichtbaarheid van naasten van mensen met een beperking.

De sector mag er volgens de minister extra trots op zijn dat dat goede resultaat is behaald tijdens de coronacrisis, die gedurende twee van de drie jaar dat Volwaardig Leven liep roet in het eten gooide. Veel bijeenkomsten en activiteiten konden daardoor niet fysiek doorgaan of liepen vertraging op, ook al omdat veel mensen met een beperking moeite hebben om goed tot hun recht te komen op digitale bijeenkomsten.  

Aandacht voor vervolg programma

Er moet volgens de eindrapportage nog wel aandacht zijn voor het vervolg. Zo wordt een deel van de projecten en programmalijnen nog geëvalueerd. Die evaluaties zijn de eerste stap naar duurzame innovatie. Ook moeten positieve ervaringen uit geslaagde pilots worden opgeschaald naar de hele sector, en niet verloren gaan door geldgebrek of tekort aan aandacht. Verder moet opgedane kennis worden verspreid en in de praktijk worden gebracht, aldus de rapportage.

De minister schrijft de Kamer dat deze punten zeker aandacht krijgen in de toekomst­agenda ‘Zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking’. Dat geldt ook voor de punten waarop het doel van Volwaardig Leven niet helemaal is gehaald. Zo ligt er op het gebied van arbeidsmarkt, vakmanschap, onderwijs en kenniscentra nog werk dat moet worden verzet in het kader van de toekomstagenda.

Bekijk de volledige brief van de minister

Bekijk een samenvatting van de resultaten van het programma Volwaardig Leven

In een reeks artikelen blikt het programma terug op de verschillende programmalijnen