‘We wisten dat prikken zou betekenen dat we uiteindelijk weer meer zouden mogen, zoals naar werk, buiten of familie. Daar deden we het voor’

De coronacrisis is voor iedereen een moeilijke tijd, zo ook voor de bewoners van Middin Binnenklingen in Den Haag. Toch zien ook de verstandelijke beperkten licht aan het einde van de tunnel. Want vaccineren betekent immers dat je daarna weer naar buiten, naar werk en naar familie mag. Meer dan een jaar later blikken we samen met minister Hugo de Jonge en de bewoners van Middin terug op de lockdownperiodes. Wat hebben de bewoners beleefd? Viel het mee, of viel het tegen? Hoe is het vaccineren bevallen? Ook Emmeke van Eersel, bestuurder bij Middin, sluit aan.

Hugo de Jonge op de bank met de jongeren
Beeld: ©Ministerie VWS

Vol trots deelt een van de bewoners iets te drinken en cake uit. Ze zou later graag in de horeca werken en oefent alvast. De bewoners zitten samen met Hugo – op veilige 1,5 meter afstand – als een echte familie op de bank. Er vloeien tranen van spanning, het is toch de minister die op bezoek komt. Een van de bewoners blijft van grinniken van de zenuwen. De ander trekt zich terug op zijn kamer omdat hij niets moet hebben van alle drukte. Het mag en kan allemaal in huis.

Het alledaagse leven op de schop

Afgelopen periode was een roerige periode voor de bewoners van Middin Binnenklingen. De lockdown zorgde dat ze niet naar werk, naar familie en zelfs niet naar buiten konden. Het alledaagse leven ziet er opeens helemaal anders uit. Dat betekent veel binnen zitten. Of dat voelt als een gevangenis? Soms een beetje wel, zo vertelt een van de bewoners: ‘Ja, in het begin is dat allemaal heel gezellig. Samen zijn, niet naar werk, leuke dingen doen. Maar na een tijdje mis je wel werken, familie en buiten zijn. We waren heel blij toen we bijvoorbeeld weer buiten mochten wandelen met elkaar!’

Vaccineren: zo erg was het allemaal niet

Jamel is als eerste persoon met een verstandelijke beperking gevaccineerd in Nederland. Een euforisch moment, waar hij en Hugo graag op terugblikken. Hugo: ‘Enne, jullie hebben ook allemaal een prik gehad, toch?’ De bewoners knikken instemmend. ‘Hoe was dat voor jullie?’

Jamel: ‘Ja, dat was echt leuk. Daar waren we al een tijdje op aan het wachten. Het deed eigenlijk helemaal geen zeer. We hebben nu allemaal een prik gehad. We wisten dat prikken zou betekenen dat we uiteindelijk weer meer zouden mogen, zoals naar werk, buiten of familie. Daar deden we het voor’.

Hugo de Jonge op de bank met de jongeren
Beeld: ©ministerie van VWS

Eerlijke gesprekken en verdeeldheid

Hoe werkte dat vaccineren dan binnen Middin? Naast bewoners werd ook het personeel tijdig gevaccineerd. Emmeke, bestuurder bij Middin, legt uit: ‘Het vaccineren van het personeel was nogal een opgave. Niet alleen de vaccinatie zelf of de praktische zaken, maar ook de moeilijke gesprekken die ontstaan. De bewoners zijn als eerst gevaccineerd. Sommige bewoners hebben familie die niet direct voorstanders zijn van vaccineren, daar ontstaan soms moeilijke, maar eerlijke gesprekken. De mening van de familie heeft natuurlijk ook zijn reflectie op de bewoner zelf, waardoor soms ook discussie ontstond.’

Hugo: ‘En het personeel, zijn zij allemaal gevaccineerd?’

Emmeke: ‘Nee, ook daar ligt de regie en vrijheidskeuze bij de medewerker. En ook daar voeren we moeilijke gesprekken met personeel dat niet gevaccineerd wil worden. Ik voer ook met hen een gesprek in alle open en eerlijkheid. Om te stimuleren om te vaccineren, maar de keuzevrijheid ligt echt bij de medewerker. We blijven het gesprek voeren, maar in de praktijk betekent het dat er nog steeds medewerkers niet gevacinneerd zijn.’

Noodgedwongen aanpassingen bieden ook kansen

Emmeke: ‘In de lockdownperiodes veranderde er veel voor onze organisaties en bewoners. Voor de organisatie op bestuurlijk niveau betekende het veel digitaal en op afstand werken, wat heel erg goed blijkt te werken. Dat zijn zaken waarvan ik zeg: dat moeten we er in houden. Efficiënt werken. We bleken als zorgorganisatie in staat ons snel aan te passen aan de nieuwe situatie, wat een goede test voor onze veerkracht was’.

‘Aan de andere kant veranderde er ook veel voor de bewoners. Veel bewoners konden niet naar hun werk, ook de dagactiviteiten moesten we anders organiseren. Per woning moest de groep in tact blijven en samen naar de dagbesteding gebracht worden. Bewoners zagen een tijdlang weinig tot geen bezoek. Dat heeft impact gemaakt. Tegelijkertijd leverde dat ook kansen op, bijvoorbeeld door de organisatie van dagbesteding en het vervoer van en naar werk anders in te richten. Nu is dat allemaal – onverwachts – veel efficiënter geworden.’

Groepsfoto Middin Den Haag
Beeld: ©ministerie van VWS

Een groepsfoto tot besluit

Hugo besluit: ‘Ja, vrienden, we moeten nog even volhouden met elkaar. Dus echt een mondkapje dragen waar het nodig is, 1,5 meter afstand houden en regelmatig je handen wassen.’ Een van de bewoners vraagt of Hugo misschien de mondkapjes in het openbaar vervoer en in het ziekenhuis af zou kunnen schaffen, want dat vindt hij vervelend. Hugo reageert lachend: ‘Ja, dat zou ik graag willen, maar we moeten écht nog even volhouden samen!’. Hoog bezoek van een minister betekent natuurlijk dat er een groepsfoto wordt gemaakt tot besluit, als mooie herinnering aan de fijne gesprekken op de bank.